Deze
reglementen gelden voor alle deelnemers aan de autospeedway-wedstrijden,
ingericht door de CAMSO.
De
klassen zijn als volgt ingedeeld:
STOCK-RODS:
Bijna
standaard-auto’s met motoren tot 1300cc of tot 1400cc
CAMSO
HOT RODS:
toerismewagens met half opgevoerde motoren tot 1600cc of 2000cc.
SUPER
PRIVE CARS:
verbeterde versie van Prive Cars, waarbij kleine veranderingen toegelaten
zijn.
PRIVE
CARS: zeer
goedkope volledig standaard auto’s.
BANGERSTOX:
zeer goedkope, volledig standaard auto’s, waarbij licht contact toegelaten is.
BANGERS:
Standaardklasse waarbij contact toegelaten is
IDEREEN
KAN DEELNEMEN AAN DE DOOR
ARTIKEL
1: PLICHTEN EN VERBODEN.
1.
Het
is verboden in een andere dan de vooropgestelde richting te rijden, uitgenomen
voor depannage-, brandweer- of ambulancewagens.
2.
Valt
een wagen tijdens de wedstrijd uit dan moet de piloot deze zo snel mogelijk
verlaten, voor zover dit in veilige omstandigheden kan gebeuren. Hij moet achter
de omheining van de piste gaan staan. Wanneer een auto in te gevaarlijke positie
staat en de piloot niet in veilige omstandigheden zijn voertuig kan verlaten,
dan blijft de piloot, met zijn helm op en zijn veiligheidsgordel aan, in zijn
voertuig zitten. De wedstrijdleiding kan dan de wedstrijd neutraliseren met de
gele zwaaiende vlag en eventueel de start car, zodat de piloot uit zijn voertuig
kan. Totdat de piloot zich in veilige positie bevindt, moet hij zijn
vastgemaakte helm ophouden.
3.
Piloten
en hun helpers moeten de aanwijzingen van de wedstrijdleiding stipt navolgen.
4.
Het
is verboden in de racewagen te roken.
5.
Na
het eindigen van een wedstrijd moet de piste zo vlug mogelijk vrijgemaakt
worden; alleen de overwinnaar in de reeksen en de eerste drie in de finale
kunnen een ereronde maken.
6.
Het
uitwisselen van piloten op een wagen gedurende een organisatie is verboden,
tenzij toelating van de wedstrijdleiding in uitzonderlijke gevallen.
7.
Piloten,
die, bij een alcoholcontrole (ademtest) meer dan 0,8 pro mille alcohol in hun
bloed hebben, worden voor de rest van de wedstrijddag geschorst. Een
supplementaire schorsing kan eventueel volgen.
8.
Wanneer
een wedstrijd en/of organisatie door slecht weer of door enige andere reden door
de wedstrijdleiding wordt stopgezet of afgelast, dan kunnen geen vergoedingen
voor de gemaakte kosten gevraagd worden.
9.
Iedere
piloot is verantwoordelijk voor de houding van zijn helpers en zijn aanhang.
10.
De
piloot moet met vastgemaakte helm en veiligheidsgordel aan de start verschijnen.
11.
Wordt
een voorstellingsronde gereden, dan zijn alle piloten verplicht hieraan deel te
nemen.
12.
Gedurende
de voorstellingsronde zal een helper of een mecanicien
met de wagen rijden; de piloot neemt dan plaats op het dak of op de zijkant van
de wagen (kant van het publiek).
13.
Iedere
piloot moet op de piste verschijnen met:
-
een
propere overall. Kleren in nylon, T-shirt of korte broek zijn verboden. De
piloten mogen niet rijden met blote armen.
-
een
goed vastgemaakte helm met een vizier of een splintervrije bril.
-
Een
goed vastgemaakte 4 of 5 punt veiligheidsgordel, uitgenomen bij de Prive Cars en
de normale Bangers, waarbij een normale gordel voldoende is (een 4 of 5 punt
veiligheidsgordel wordt ten zeerste aangeraden!)
14.
Iedere
piloot moet tenminste een half uur voor het begin van de eerste wedstrijd ter
plaatse zijn.
15.
In
het wagenpark mag maximaal aan 10km/uur gereden worden. Bij het niet-respekteren
wordt de piloot ofwel voor de volgende reeks of voor de volgende organisatie.
16.
Gedurende
de wedstrijden mag niemand op de piste komen.. Geen enkele official,
interventiewagen, piloot of toeschouwer mag op de piste tussenkomen, voordat de
wedstrijd VOLLEDIG stopgezet is of
geneutraliseerd is. Bij een neutralisatie en/ of stopzetting van een wedstrijd
is de procedure de volgende: de
starter zwaait de gele of rode vlag en stelt tezelfdertijd de
veiligheidslichten, welke zich overal op het circuit bevinden, in werking (gele
pinkende of rode lichten). De startcar komt op de piste en vertraagt alle
deelnemers (de piloten mogen de startcar niet voorbijgaan – de startcar rijdt
aan ongeveer 40km/u tot dat alle deelnemers langzaam rijden). Op dat ogenblik
houdt de startcar stil op de plaats van het ongeval. Alleen dan en NIET
EERDER mogen de officials, brandweer, ambulance of andere personen
tussenbeide komen, indien nodig.
17.
Iedere
deelnemer moet een helm van degelijke kwaliteit dragen.
18.
Er
mogen geen personen vervoerd worden in de raceauto, noch in het wagenpark, noch
op de piste (uitzondering: voorstellingsronde)
Sanctie
bij het niet-respekteren: volgende reeks achteraan starten.
ARTIKEL
2: VLAGGEN.
Alleen
de starter is in het bezit van vlaggen; hij stelt tezelfdertijd de 15
veiligheidslichten (rood, geel, groen), welke zich op overal op het circuit
bevinden, in werking, alsook de gele knipperlichten en het “strobe light”
aan de startlijn. Indien een wiel
van een auto loskomt, wordt, in tegenstelling tot andere motorsportdisciplines,
in autospeedway, de wedstrijd wel STILGELEGD of GENEUTRALISEERD, van zodra dit
door de starter wordt opgemerkt (procedure: zie gele zwaaiende vlag).
Teneinde
de toeschouwers te beschermen tegen een loskomend wiel of rondvliegende stukken,
is rond het circuit een netwerk geplaatst van minimaal
1.
Bij
stilstaande start wordt een groene en rode vlag getoond. Wanneer een groene vlag
gezwaaid wordt, mogen de wagens starten; tezelfdertijd worden de lichten op
groen gesteld.
2.
Bij
vliegende start wordt van op de startcar een groene en rode vlag getoond.
Wanneer de startcar in beweging komt, moeten alle wagens volgen met inachtneming
van de afstand tussen deze wagens; niemand mag van positie wisselen. Bij het
uitkomen van bocht 3 verlaat de startcar de piste en rijdt in de pitlane. De
auto’s rijden verder aan dezelfde snelheid. Slechts wanneer de eerste auto de
witte lijn overschreden heeft, welke zich op ongeveer 50m voor de startlijn
bevindt, kan de starter de start geven met de groene vlag; tezelfdertijd worden
de lichten op groen geplaatst.
3.
Gele
vlag met rode balk betekent dat er olie op de baan ligt of
dat de baan glad is.
4.
NIET-ZWAAIENDE
gele vlag: opgelet, de baan is gedeeltelijk belemmerd, maar er bevindt zich geen
auto in gevaarlijke positie.
5.
ZWAAIENDE
gele vlag: een piloot of een auto bevinden zich in een gevaarlijke positie.
Iedere piloot moet onmiddellijk vertragen en zijn positie behouden en mag de
deelnemer, welke hem voorafgaat, niet meer voorbijsteken, tot de start opnieuw
gegeven wordt met de groene vlag.
In
een dergelijke situatie kan de startcar op de piste komen: dit betekent dat alle
deelnemers achter de startcar moeten blijven en elkaar niet meer mogen
voorbijsteken; de wedstrijd is geneutraliseerd. Wie de gele zwaaiende vlag niet
respecteert kan bij een herstart achteraan geplaatst worden of eventueel buiten
koers gesteld worden.
Wanneer
de wedstrijd geneutraliseerd geweest is met de gele zwaaiende vlag en/of met de
rode vlag, zullen in alle klassen, de auto’s opnieuw
opgesteld worden volgens hun posities voor de neutralisatie. Bij de Prive Cars
en Bangerstox blijft iedereen zijn positie behouden, OOK de gedubbelde.
Bij
een neutralisatie in de eerste vijf ronden kan een kompleet nieuwe start gegeven
worden. De wedstrijdleiding beslist hierover. Bij een neutralisatie in de
laatste vijf ronden, kan de wedstrijd bij de neutralisatie beëindigd worden.
Ook hierover beslist de wedstrijdleiding.
6.
Rode
vlag: de wedstrijd wordt stopgezet. Iedereen moet vaart minderen en moet
onmiddellijk kunnen stoppen.
7.
Zwarte
vlag: wordt getoond aan de piloten, welke om redenen van diskwalificatie of om
andere reden de piste moeten verlaten.
8.
Begaat
een piloot gedurende een wedstrijd een onsportieve daad, dan krijgt hij van de
starter een wit bord met zwart kruis erop. Dit betekent dat deze piloot op het
einde van de wedstrijd een plaats achteruit wordt gezet; bij de Prive Cars en de
Bangerstox is dit 5 plaatsen.
9.
Wanneer
een blauwe vlag getoond wordt aan een piloot, betekent dit dat deze zijn lijn
moet houden en niet van binnen naar buiten of omgekeerd mag rijden. Deze vlag
kan ook getoond worden aan de leider. Bij het niet-respecteren van deze vlag kan
een kruis of een zwarte vlag volgen. Deze vlag is niet van toepassing voor de
Prive Cars, Bangerstox en Bangers.
10
De zwart-wit
geblokte vlag is de aankomstvlag. Hij wordt getoond aan de eerste drie. Wanneer
de eerste weer over de aankomstlijn komt, wordt de wedstrijd stopgezet met de
rode vlag.
ARTIKEL
3: STARTPROCEDURE - TE VROEG STARTEN EN ANDERE ONREGELMATIGHEDEN.
A.
Opwarmingsronden:
ALTIJD van toepassing voor de Camso V8. Voor de andere klassen in functie van de
beschikbare tijd. Wanneer de zwaailichten op geel gaan (zwaailichten) en de
starter teken geeft, beginnen de opwarmingsronden. Deze worden gestopt met de
rode lichten.
B.
Aanloopronde
(voor de start): De lichten staan op rood. Wanneer de lichten op geel gaan
(zwaailichten) begint de aanloopronde. Wanneer de gele zwaailichten uitgaan
wordt met de groene vlag de start vrijgegeven. Om veiligheidsredenen is er in
alle klassen een vliegende (rolling) start.
C.
Stoppen
van de wedstrijd voor een neutralisatie. De gele zwaailichten + de strobe lights
gaan aan; dit betekent dat de wedstrijd wordt stilgelegd. Iedereen moet
onmiddellijk vertragen. De posities worden behouden; men mag niet voorbijsteken.
De wedstrijdleiding geeft het sein om te stoppen of langzaam verder te rijden om
de motoren niet te laten verhitten.
D.
Einde
van de wedstrijd: de zwart-wit geblokte vlag wordt getoond aan de piloten. MEN
RIJDT NOG EEN KOMPLETE RONDE AAN VOLLE SNELHEID, teneinde de officials toe te
laten het klassement op te schrijven. Wanneer de eerste piloot opnieuw over de
finishlijn komt, worden de gele zwaailichten in werking gesteld, onmiddellijk
gevolgd door de rode lichten.
E.
Uitleg:
zoals in de USA worden ook in Warneton altijd de gele lichten gebruikt, omdat
deze voor de deelnemers veel beter zichtbaar zijn, dan de rode lichten.
De
startcar rijdt de VOLLEDIGE aanloopronde langzaam. Halfweg bocht 3 en 4 verlaat
de startcar de piste en rijdt in de pitlane; de auto’s rijden verder aan
dezelfde snelheid. De start wordt slechts gegeven als de eerste auto over de
witte lijn gereden is, welke zich op ongeveer 50m VOOR de startlijn bevindt;
tezelfdertijd worden de lichten op groen gezet.
De
piloot die te vroeg start, wordt, als de start opnieuw gegeven wordt, op de
laatste plaats gezet. Wordt er geen nieuwe start gegeven, dan krijgt hij een
kruis of een zwarte vlag, naargelang de beoordeling van de wedstrijdleiding. Het
is verboden over de witte lijn aan de binnenkant van de piste te rijden; deze
zone is voorbehouden voor de auto’s welke panne hebben. Wie systematisch over
deze witte lijn rijdt zal bestraft worden met een balk of bij herhaling met de
zwarte vlag. Dit is niet van toepassing bij de contactklassen.
Gedurende
de wedstrijd is het verboden:
-
onder
gelijk welke vorm een andere deelnemer te hinderen.
-
In
teamverband te rijden.
-
Zich
tegenover anderen onsportief te gedragen.
-
De
vlaggen niet te respecteren.
Inbreuken
tegen deze punten worden bestraft met een balk of een zwarte vlag, naargelang
het oordeel van de wedstrijdleiding. In ergere gevallen kan een schorsing volgen
.
ARTIKEL
4: KONTROLE DER AUTO’S.
Alle
deelnemers moeten voor ze op de piste komen, zowel voor de trainingen als voor
de eerste wedstrijd zelf, de technische controle passeren. Als de auto in orde
is, krijgen ze een sticker op het dak. Auto’s welke deze sticker niet hebben,
kunnen niet deelnemen of moeten achteraan starten.
Het
staat de wedstrijdleiding vrij gelijk welke wagen op gelijk welk moment te
controleren. De piloot moet zijn wagen op de aangeduide plaats brengen en mag
tot nader verzoek de motorkap niet meer openen of andere werken uitvoeren.
Alleen de piloot plus EEN mecanicien van de te controleren auto, alsook
eventueel de piloot, welke klacht indient plus EEN mecanicien, worden in de
controlezone toegelaten. De piloot zelf of
zijn helper of zijn mecanicien moet de gevraagde werken uitvoeren. De controle
kan ter plaatse op het circuit, direct na de wedstrijd gebeuren. Wil de piloot
dat zijn motor afkoelt, dan kan hem een afkoelperiode van maximaal 60 minuten
toegestaan worden. De piloot neemt zelf alle materiaal mee om de gevraagde
stukken te ontmantelen.
Wanneer
de controle gebeurt op initiatief van de wedstrijdleiding, dan krijgt de piloot
een forfaitair bedrag betaald voor de kosten nl. 100 Euro wanneer de kop afgenomen wordt en 200 Euro wanneer ook de rest wordt gecontroleerd; dit alleen in het geval
dat het voertuig conform wordt verklaard; dit is niet van toepassing, wanneer de
controle gebeurt als de motor is kapot gegaan en sowieso moet
geopend worden. De piloot kan geen verdere schadevergoeding
vragen; ook niet voor eventueel te vernieuwen stukken.
Wanneer
een piloot meent dat een andere wagen van zijn klasse die op de 1e
– 2e – 3e of 4e plaats in de finale is geëindigd,
niet conform is, dan kan hij dit mededelen aan de wedstrijdleiding. Wanneer de
piloot wil dat deze wagen opengemaakt wordt, dan moet hij volgende som betalen
aan de wedstrijdleiding en dit voor ALLE klassen: afnemen kop: 200 Euro – controle van de rest: 200
Euro.
Alleen
als men de dag zelf ingeschreven is en men ook effectief meegereden heeft, kan
men klacht indienen tegen een andere deelnemer. De piloot neemt al het nodige
materiaal mee om de gevraagde stukken te ontmantelen, wanneer de controle
gebeurt op vraag van de wedstrijdleiding. Wanneer de controle gebeurt na klacht
van een andere deelnemer, dan moet degene die klacht indient het nodige
materiaal meebrengen om dit voertuig te ontmantelen.
Wanneer
de klacht aanvaard wordt, dan krijgt de aanklager zijn geld terug.
Wanneer
een piloot de controle weigert of het wagenpark verlaat zonder zich te laten
controleren, wanneer dit hem gevraagd werd, dan wordt hem geen beker gegeven. De
gewonnen punten van het seizoen vervallen; de piloot wordt voor minimum
de 3 volgende wedstrijden in België geschorst. Ditzelfde geldt eveneens als bij
controle de wagen niet conform gevonden wordt.
Een
andere sanctie kan zijn dat de punten weggenomen worden en dat de piloot in
kwestie voor 1 jaar op ½ ronde of
verder moet starten.
Wanneer
de wedstrijdleiding oordeelt, dat een auto niet conform is, maar dat de fout
dermate klein is, dat het zeer weinig voordeel biedt, dan kan de
wedstrijdleiding de behaalde punten van die dag zelf, niet toekennen. Bij
herhaling kan wel de zwaarste sanctie volgen.
De
piloot moet te allen tijde kunnen bewijzen, met papieren van de invoerder of van
de fabriek, dat alle delen van zijn wagen voldoen aan het reglement. Wanneer hij
dit bij een controle niet kan en wanneer de controleur oordeelt, dat zijn auto
niet conform is, dan verliest hij de behaalde punten van het seizoen. Met andere
woorden: de bewijslast van conformiteit ligt bij de piloot.
De
organisator kan, naargelang de beschikbare tijd, alle of een gedeelte der
deelnemers, voor het begin van een organisatie, controleren, of de wagen aan
alle veiligheidsnormen, zoals voorgeschreven in het reglement, voldoet.
De
auto’s welke in de internationale klassen rijden, kunnen te allen tijde aan
een grondige controle onderworpen worden. Zaken, welke niet in orde zijn, zullen
tegen de volgende deelname in orde moeten gebracht worden, zoniet zal de piloot
de volgende wedstrijd op 3/4e van het circuit starten. Wanneer het de
daaropvolgende wedstrijd nog niet in orde is, dan wordt de start geweigerd.
Het
betreft voornamelijk volgende punten: staat karosserie – rolkooi – uitlaat
– benzinetank – batterij – zetel piloot – veiligheidsgordel – kopsteun
– afscherming motor – beschermbuis vooraan in voorruit.
ARTIKEL
5: PUBLICITEIT.
Publiciteit
op de race wagen is toegelaten.
Publiciteit
voor politiek, publiciteit tegen de gangbare zeden in, of publiciteit voor
concurrerende speedway organisaties zijn verboden. De wedstrijdleiding kan deze
publiciteit eventueel laten verwijderen.
ARTIKEL
6: INDELING DER WEDSTRIJDEN.
De
wedstrijdleiding beslist over de indeling der wedstrijden; dit kan eventueel
veranderen naargelang de omstandigheden van de dag zelf. Deze eventuele
wijzigingen worden aan de piloten medegedeeld via luidsprekers of officiële
aankondigingen.
ARTIKEL
7: STARTPOSITIES – DAKKLEUR.
Na
iedere wedstrijddag worden de punten van iedere piloot samengeteld. Dit aantal
punten wordt gedeeld door het aantal deelnames en in functie van dat bekomen
klassement van de behaalde gemiddelden wordt de startlijst opgemaakt.
De
leider van het kampioenschap start als laatste in de reeksen. De eerste 25%
besten krijgen een rood dak (achteraan) – de 25% volgenden een blauw dak
(halfweg de bocht) – de 25% volgenden een geel dak (uitkomen bocht) – de
rest een wit dak (startlijn). Iedere piloot welke 10 punten gemiddeld behaald
heeft krijgt minimaal een geel dak.
De
opstelling in ieder dakkleur kan als volgt gebeuren: eerste reeks kiest iedere
piloot zijn plaats; in de tweede reeks wordt de startpositie van de eerste reeks
omgewisseld en in de finale start de piloot met de beste punten na de reeksen
vooraan. De wedstrijdleiding beslist soeverein over het toe te passen systeem.
-
De winnaar van een
finale gaat de volgende organisatie minimaal één dakkleur achteruit. De
organisatie daarna kan hij terug zijn normale plaats innemen.
-
Voor de eerste
wedstrijd van het nieuwe seizoen telt het dakkleur van het einde van het vorige
seizoen.
-
De nationale
kampioen heeft voor het ganse volgende seizoen een rode dakkleur.
-
De wedstrijdleiding
kan beslissen een andere wijze van startopstelling te gebruiken voor speciale
wedstrijden vb. volgens tijdrijden, twee per twee, volgens lottrekking etc..
-
De piloot, welke 9
wedstrijden gewonnen heeft (reeksen en/of finale) start op 1/2e
ronde. Degene die 16 wedstrijden gewonnen heeft start op het einde van het
rechte stuk. De wedstrijdleiding kan uitzonderingen maken op deze regel,
voornamelijk in klassen waar er weinig auto’s zijn. Anderzijds kan de
wedstrijdleiding ook een piloot verder achteruitzetten op de startgrid (vb. een
zeer goede piloot op een goede auto, welke pas halfweg het seizoen begint te
rijden).
-
De wedstrijdleiding
kan in uitzonderlijke gevallen, waarbij één of meerdere voertuigen veel
sneller zijn dan de rest, deze auto’s een supplementair gewicht opleggen nl.
“penalisatie-gewicht”, zodat de prestaties meer genivelleerd worden en
meerdere piloten een kans krijgen om te winnen. Dit kan alleen maar toegepast
worden als het systeem van handicap op de startgrid niet genoeg uitwerking
heeft.
-
De
winnaar van een reeks gaat 1 dakkleur achteruit.
ARTIKEL
8: WEDSTRIJDLEIDING – JURY.
De
wedstrijdleiding zorgt voor het goede verloop van de wedstrijden. De jury staat
in voor het opmaken van de klassementen. Tegen hun beslissingen is geen beroep
mogelijk.
ARTIKEL
9: AFLASSEN OF STOPZETTEN VAN WEDSTRIJDEN OF ORGANISATIES.
Indien,
om redenen van slecht weer, pisteomstandigheden of door inwerking van het
publiek, een organisatie of wedstrijden moeten stopgezet of afgelast worden, dan
is tegen deze beslissing geen beroep mogelijk. Ook kan geen enkele
schadevergoeding gevraagd worden.
ARTIKEL
10: VERZEKERING – AFSTAND VAN VERHAAL.
Iedere
piloot die aan de autospeedway-wedstrijden, ingericht door CAMSO, deelneemt,
verklaart zich met volgende punten akkoord:
-
Erkennen en
aanvaarden van dit reglement;
-
Dat hij of zijn
familie of zijn verwanten verzaken aan elke rechtsvordering tegen de organisatie
nl. Camso, tegen de personen die deel uitmaken van de organisatie nl. Camso;
tegen alle helpers, tegen de club nl. de BASC of de leden ervan of tegen andere
piloten, betreffende alle feiten gebeurd voor, tijdens of na de wedstrijden,
binnen de omheining van het speedway-terrein nl. de piste EN het wagenpark.
De
organisatoren zijn wettelijk verplicht een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkeid
af te sluiten voor de toeschouwers. De piloten rijden op eigen risico en ze
zijn NIET verzekerd voor materiele of lichamelijke schade opgelopen op de piste
of in het wagenpark en veroorzaakt door een andere piloot.
De
piloten aanvaarden uit vrije wil mee te doen aan de speedway-wedstrijden,
ingericht door de Camso. De piloten weten, dat de afscheiding tussen de piste en
het publiek bestaat uit een betonnen muur. De piloten aanvaarden
door hun deelname dit risico zonder enig voorbehoud.
In
geval van betwisting is alleen de rechtbank van Tournai bevoegd.
ARTIKEL
11: DEELNAMELEEFTIJD.
De
minimumleeftijd om deel te nemen aan autospeedway-races, ingericht door de
Camso, is 16 jaar. De schriftelijke toelating is nodig van minimum één van de
ouders of van de voogd, voor piloten jonger dan 18 jaar.
Deelnemers
jonger dan 18 jaar mogen NIET deelnemen aan de Bangers.
ARTIKEL
12: KAMPIOENSCHAP.
ALLE
wedstrijden in België in de klasse tellen mee. Bij de bekeruitreiking op het
einde van het seizoen kan alleen degene een beker krijgen, welke minimaal aan
60% (afgerond naar boven) van de wedstrijden deelgenomen heeft. De
puntentoekenning gebeurt als volgt:
Reeks
EN Finale: 15-14-13-12-11-10-9-8-7-6-5-4-3-2-1
Indien
in het Belgisch kampioenschap twee piloten met gelijke punten eindigen, dan gaat
het voordeel naar de piloot, welke in de eerste manche van de laatste
wedstrijddag in de klasse, het beste resultaat behaald heeft. Indien
er nog ex-aequo bestaat gaat de betere plaats naar de piloot met het beste
resultaat in de tweede reeks en daarna in de finale van de laatste wedstrijddag.
Indien nog ex-aequo bestaat wordt op dezelfde wijze gekeken naar de voorlaatste
wedstrijddag en zo verder.
Indien
een piloot bestraft wordt met een balk voor duwen, te vroeg starten of voor
het niet houden van de lijn, dan worden, per overtreding, 5 punten afgetrokken
in het kampioenschap.
Indien
een piloot bestraft wordt met een zwarte vlag voor onsportief rijden, dan
worden, per overtreding, 10 punten in het kampioenschap afgetrokken.
ARTIKEL
13: LICENTIES.
De
piloten moeten in het bezit zijn van een BASC-licentie of een door de BASC
erkende licentie.
Het
staat de BASC vrij gelijk welke deelnemer, zonder opgave van reden, te
weigeren een licentie af te leveren. Ook kan de licentie op ieder ogenblik
ingetrokken worden, als een piloot de artikelen van dit reglement niet
respecteert.
-
Een licentie kan
alleen bekomen worden bij het secretariaat van de vzw BASC. De licentie wordt
alleen afgeleverd na het invullen van het pilotencontract plus
het afgeven van 2 pasfoto’
-
Piloten, die in het
bezit zijn van een licentie van de vzw Basc, krijgen, als ze de wedstrijddag
meerijden, recht op EEN
supplementaire ingangskaart. Ze
betalen 12€ inschrijfgeld. Wanneer ze de wedstrijd niet meerijden, kunnen ze NIET
gratis binnen. Piloten in de klassen Prive Cars, Bangerstox en Super Prive Cars
krijgen GEEN supplementaire inkom...
Licentiehouders
moeten, tenzij tegenbericht, niet op voorhand inschrijven. Ze moeten zich ten
laatste een half uur voor de eerste start op het circuit aanmelden.
-
Wanneer een piloot
inschrijft voor een organisatie en één supplementair inkomticket
krijgt en hij dan niet start, moet hij deze inkomtickets teruggeven.
-
Het feit van een
BASC-licentie te hebben, laat een piloot toe in diverse klassen mee te rijden,
in zoverre natuurlijk dat zijn auto conform is aan het reglement. Indien een
piloot op een wedstrijddag in twee of meerdere verschillende klassen rijdt, dan
krijgt hij slechts een supplementaire
ingangskaart en niet een per klasse, waarin
hij rijdt. Op een wedstrijddag mag een piloot niet met dezelfde auto in twee
verschillende klassen rijden. Hij mag wel met 2 verschillende auto’s in 2
verschillende klassen rijden. De auto’s mogen echter niet omgewisseld worden.
Ook mag een piloot met 2 auto’s in één klasse rijden (uitgenomen Prive Cars
en Bangerstox) en dit onder volgende voorwaarden: als de eerste reeks t met auto
A wordt gereden en als de tweede reeks met auto B wordt gereden, dan moet de
finale ook met auto B gereden worden.
ARTIKEL
14: WAGENPARK.
A/ Alle auto’s, welke binnen de omheining van het speedway parkeren,
doen dit op eigen risico (zie bord aan de ingang van het terrein)
B/ De organisator kan het aantal wagens, die toegelaten worden in het
wagenpark, als volgt beperken:
-
Internationale
klassen: 1 wagen of 1 vrachtwagen plus aanhanger per racewagen
-
Prive Cars, Super
Prive Cars, Bangerstox en Bangers: alleen racewagen.
D/
Onder ALLE
raceauto’s, welke zich in het wagenpark bevinden, moet een plastiekfolie
liggen, welke minstens even
groot is als de auto zelf. Degenen, die er geen bij zich hebben, zullen
verplicht worden om er te kopen. Degenen, welke deze plastiekfolie alsnog niet
gebruiken, worden voor de VOLGENDE ORGANISATIE GESCHORST.
Het
plastiek moet zowel onder de vooras als de achteras geplaatst worden(4m x 2m)
E/ Alle wagens moeten ten laatste 2 uur na het einde van de organisatie
van het circuit(binnenparking en
buitenparking) worden verwijderd, zoniet zal de organisator ze laten
verwijderen. De piloten kunnen hiervoor geen schadevergoeding vragen. De piloten
moeten hun auto ZELF van het circuit verwijderen; in geen geval zal toegelaten
worden dat een schroothandelaar deze verwijdert. Het is niet mogelijk om afval
van auto’s (zetels, ruiten etc.) mee te brengen of op het circuit achter te
laten.
F/
Daar de wedstrijden kort zijn (ongeveer 25km op een wedstrijddag per voertuig)
moeten de race wagens voldoende benzine hebben in hun benzinetank (ongeveer
15 liter) om alle wedstrijden uit te rijden zonder bijvulling van benzine. Het
is derhalve verboden om ter plaatse auto's met benzine bij te vullen.
G/ De auto’s, welke op een wedstrijddag niet meerijden, moeten ten
laatste de zondagmorgen om 9u30 in de aangeduide zone geplaatst worden; zoniet
worden ze door de schroothandelaar verwijderd, zonder dat hiervoor een
schadevergoeding kan gevraagd worden.
ARTIKEL
15: STARTNUMMERS
A/
Internationale Klassen:
krijgen hun startnummer bij het betalen van hun licentie en behouden dit gans
het seizoen.
De
nummers moeten aan beide kanten van de wagen aangebracht worden; zowel op de
voordeuren als op een verticale plaat op het dak. Deze nummers moeten zeer goed
leesbaar zijn door de jury en de wedstrijdleiding.
B/
Prive Cars, Super Prive Cars en Bangerstox:
krijgen een startnummer bij hun eerste inschrijving en ze behouden dit nummer
gans het seizoen.
De
Super Prive Cars en de Bangerstox hebben nummers van 10 tot 199; de Prive Cars
van 200 tot 999. De nummers moeten aangebracht worden op de voordeuren en op een
verticale plaat op het dak. Bij de Prive Cars mogen alleen de Camso nummers
gebruikt worden of nummers welke volledig identiek zijn. De nummers moeten
klevers zijn bij de Prive Cars; ze mogen niet geschilderd worden. Er mag geen
spatie zijn tussen de verschillende cijfers. .Bij de Bangerstox moeten de nummers op het dak
de Camso nummers zijn; op de deuren mogen nummers geschilderd worden; deze mogen
alleen zwart op wit zijn en moeten hetzelfde formaat hebben als de Camso
nummers;
ze mogen NIET met een spuitbus geschilderd worden. De piloot, welke zijn nummer
of een deel ervan verliest, krijgt de zwarte vlag. De organisator houdt
dakplaten ter beschikking van de deelnemers.
ARTIKEL
16: AANTAL DEELNEMERS.
De
wedstrijdleiding beslist soeverein, rekening houdend met de klasse, het
tijdschema, de omstandigheden enz. hoeveel auto’s tezelfdertijd aan de start
mogen komen in een wedstrijd. De wedstrijdleiding beslist soeverein hoeveel
piloten aan de finale kunnen deelnemen. Dit kan veranderen naargelang de klassen
en de omstandigheden.
In
principe kunnen alleen de piloten, die punten behaald hebben in de reeksen, aan
de finale deelnemen. Wanneer er, naar het oordeel van de wedstrijdleiding, te
weinig wagens aan de finale zouden deelnemen, kunnen ook de deelnemers, die geen
punten behaald hebben in de reeksen, toegelaten worden. Eerst wordt de voorkeur
gegeven aan de rode daken, dan aan de blauwe, de gele en tenslotte de witte. De
wedstrijdleiding kan deze piloten plaatsen na de rode daken, welke punten
behaald hebben.
De
wedstrijdleiding kan beslissen, wanneer er te weinig wagens op de piste zouden
zijn, twee of meer gelijkaardige klassen samen te voegen. In dit geval wordt in
iedere klasse een apart klassement opgemaakt; er zijn aparte bekers.
De
volgende klasse moet aan de ingang klaar staan als de vorige nog aan het rijden
is; dit om nutteloos tijdverlies te vermijden.
Tussen
de reeksen in, kunnen geen auto’s meer getest worden.
Als
de auto’s reeds op de piste staan, kan een wedstrijd niet meer verschoven
worden, tenzij uitzonderlijke omstandigheden, zoals plotse regen bij klassen
welke op slicks rijden.
Er
kan maximaal 3 minuten gewacht worden voordat de start gegeven wordt, als een
auto niet klaar is.
ARTIKEL
17: PRIJZENGELD
Vanaf 1 januari 2005 wordt in geen enkele klasse nog
prijzengeld uitbetaald.
ARTIKEL
18: STRAFFEN.
De
wedstrijdleiding beslist soeverein over de toe te passen straffen, bij
ontoelaatbare feiten.
Er
zijn een reeks vaste minimum straffen van toepassing, welke bij overtreding
automatisch toegepast worden: deze straffen kunnen naargelang de ernst van de
feiten of bij eventuele herhaling, verlengd worden.
-
Vrijwillig iemand
uit de baan duwen, voornamelijk in de internationale klassen waar dit niet is
toegestaan: schorsing voor de rest van de dag. Wanneer dit in de finale gebeurt,
schorsing voor de volgende organisatie.
-
Wisselen van een
piloot op een auto, zonder toestemming van de racemanager: zowel voor de
“ontlener” als voor de “gebruiker”, schorsing van één organisatie.
-
Een
niet-ingeschreven piloot laten rijden op zijn auto, zowel tijdens de wedstrijd
als op de trainingen: vier organisaties geschorst, zowel voor de ontlener als
voor de gebruiker.
-
Slaan of vechten:
drie organisaties geschorst.
-
Slaan van
officials: levenslange schorsing
-
Te snel rijden in
het wagenpark (max 10km/uur !!): een reeks niet rijden of de volgende
organisatie geschorst.
-
Vervoeren van
personen in de raceauto in het wagenpark: volgende reeks achteraan starten of
niet meerijden.
-
Wegnemen van
stukken van andere auto’s of ze kapotmaken: 1 jaar schorsing
-
Meenemen in grote
hoeveelheden van bakken bier of andere dranken binnen het terrein: schorsing
voor de volgende organisatie.
-
Piloten die het
normale verloop van een organisatie verhinderen (vb. blokkeren van de ingang van
de piste): definitief geschorst
ARTIKEL
19: TRAININGEN
Er
zijn gratis trainingen voor de ingeschreven piloten en voor de licentiehouders
de zaterdag voor een wedstrijd, welke op zondag plaats heeft. Indien een
wedstrijd in de week valt kunnen er trainingen voorzien zijn de dag ervoor (dit
wordt aan de piloten bekendgemaakt). Er zijn GEEN trainingen de dag van een
wedstrijd, tenzij in geval van belangrijke wedstrijden. De trainingen zijn nooit
verplicht (vrije trainingen dus). De piloten aanvaarden, dat bij trainingen de
dag voor een wedstrijd er geen ambulancedienst ter plaatse is en ze dus volledig
op eigen risico rijden. Meestal is dit van 16u tot 17u, de dag voor de
wedstrijden. Dit kan echter op sommige organisaties vroeger zijn of langer
duren. Het kan ook ’s morgens op de wedstrijddag zijn, tussen 10u en 10u30.
De
avond voor een organisatie gaan de poorten ten laatste om 20.00uur dicht. Daarna
kan er niemand meer binnen. De dag van een wedstrijd gaan de poorten om 8.30 uur
open.
ARTIKEL
20: ALLERLEI.
-
De
Nederlandstalige tekst heeft voorrang op de Franstalige.
-
De officiële toren
is niet toegankelijk voor de piloten.
-
In alle klassen kan
een minimum te realiseren tijd per ronde verplicht gesteld worden. Dit betekent,
dat te trage wagens, welke een hinder betekenen voor de andere deelnemers, uit
de wedstrijd kunnen genomen worden of aan de start geweigerd.
-
De piloten, welke
met hun speedwayauto op de openbare weg rijden, zullen voor 6 organisaties
geschorst worden.
-
Speedwayauto’s
mogen NOOIT op hun zijkant of op hun dak gelegd worden, om er beter aan te
kunnen werken. Indien dit toch het geval zou zijn, volgt een schorsing van 6
organisaties.
-
Indien merktekens
of cijfers uit motoronderdelen of banden weggevijld worden, dan zullen deze
delen als niet conform aan het reglement beschouwd worden.
-
Wanneer een
wedstrijd moet stopgezet worden, omdat de auto van een piloot zich in
gevaarlijke positie bevindt, dan kan deze opnieuw starten, maar dan moet hij wel
op de allerlaatste plaats starten. Wanneer een wedstrijd, naar de mening van de
jury, gelijk eindigt, dan wordt het voordeel gegeven aan de piloot, die zich aan
de buitenzijde bevindt.
ARTIKEL
21: CONTACT
Het
is ten strengste verboden te duwen in volgende klassen: Camso V8, Lightning
Rods, Stock Rods, Camso Hot Rods, Super Prive Cars en Prive Cars.
Contact
is toegelaten bij:
BANGERSTOX:
men mag alleen achter het linkerachterwiel van de concurrent duwen, zodat hij
naar binnen gaat; hij mag niet tot in de vangrails geduwd worden.
BANGERS:
de bedoeling is de auto’s van de concurrent kapot te rijden, zodat men als
allerlaatste met een rijdende auto overblijft. Alles is toegelaten, uitgenomen
vrijwillig in de deur van een andere piloot rijden. Omgekeerd rijden is alleen
toegelaten op het einde van de destruction als de blauwe vlag wordt getoond (dit
gebeurt als niet veel auto’s meer overblijven)